Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/2116 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1306/2013
Artikel 39 Verlaging van maandelijkse en tussentijdse betalingen
Geldend
Geldend vanaf 07-12-2021
- Bronpublicatie:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2116)
- Inwerkingtreding
07-12-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-12-2021, PbEU 2021, L 435 (uitgifte: 06-12-2021, regelingnummer: 2021/2116)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Agrarisch recht (V)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
1.
Indien de Commissie uit de uitgavendeclaraties of de in artikel 90 bedoelde informatie, declaraties en documenten opmaakt dat de in het Unierecht vastgestelde financiële maxima zijn overschreden, verlaagt zij de maandelijkse of de tussentijdse betalingen aan de betrokken lidstaat in het kader van de uitvoeringshandelingen inzake de maandelijkse betalingen als bedoeld in artikel 21, lid 3, of in het kader van de tussentijdse betalingen als bedoeld in artikel 32.
2.
Indien de Commissie uit de uitgavendeclaraties of de in artikel 90 bedoelde informatie, declaraties en documenten opmaakt dat de in artikel 38 bedoelde betalingstermijnen niet zijn nageleefd, stelt zij de betrokken lidstaat daarvan in kennis en geeft zij deze de gelegenheid om binnen ten minste 30 dagen opmerkingen in te dienen. Indien de lidstaat in deze periode geen opmerkingen maakt of ingeval de Commissie tot de conclusie komt dat het antwoord duidelijk tekortschiet, kan de Commissie de maandelijkse of de tussentijdse betalingen aan de betrokken lidstaat verlagen in het kader van de uitvoeringshandelingen inzake de maandelijkse betalingen als bedoeld in artikel 21, lid 3, of in het kader van de tussentijdse betalingen als bedoeld in artikel 32.
3.
Verlagingen krachtens dit artikel laten artikel 53 onverlet.
4.
De Commissie kan uitvoeringshandelingen vaststellen met verdere regels voor de procedure en andere praktische regelingen voor een correct functioneren van het in artikel 38 bedoelde mechanisme. Die uitvoeringshandelingen worden volgens de in artikel 103, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure vastgesteld.