Einde inhoudsopgave
Wetboek van Militair Strafrecht
Artikel 136
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2000
- Bronpublicatie:
02-06-1999, Stb. 1999, 343 (uitgifte: 12-08-1999, kamerstukken: 25454)
- Inwerkingtreding
01-01-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-11-1999, Stb. 1999, 496 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
1.
De militair die opzettelijk een dienstvoorschrift niet opvolgt wordt gestraft:
- 1°
met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en negen maanden of geldboete van de vierde categorie, indien als rechtstreeks en onmiddellijk gevolg daarvan schade ontstaat aan of te duchten is voor de gereedheid tot het daadwerkelijk uitvoeren van een operatie of oefening van enig onderdeel van de krijgsmacht;
- 2°
met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie, indien daarvan gemeen gevaar voor personen of goederen te duchten is;
- 3°
met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
- 4°
met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vierde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
2.
Indien het feit bedoeld onder 1° is gepleegd in tijd van oorlog, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.