Einde inhoudsopgave
Regeling geluidwerende voorzieningen militaire luchthavens 2015
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
19-03-2021, Stcrt. 2021, 15868 (uitgifte: 26-03-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
Milieurecht / Geluid en trillingen
1.
Tenzij in deze regeling anders is bepaald, worden op ’s rijks kosten geluidwerende voorzieningen aangebracht aan geluidsgevoelige ruimten van:
- a.
een woning die:
- 1°
op het tijdstip van vaststelling van de geluidszone in Ke daarbinnen reeds aanwezig is, of nog niet aanwezig is maar waarvoor de omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend, en
- 2°
een geluidsbelasting van 40 Ke of hoger ondervindt.
- b.
een ander geluidsgevoelig gebouw dat:
- 1°
op het tijdstip van vaststelling van de geluidszone in Ke daarbinnen reeds aanwezig is, of nog niet aanwezig is maar waarvoor de vergunning voor het bouwen is verleend, en
- 2°
een hogere geluidsbelasting in Ke ondervindt dan de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting, bedoeld in artikel 8 van het Besluit militaire luchthavens.
2.
Onverminderd het eerste lid worden op ’s rijks kosten geluidwerende voorzieningen aangebracht aan geluidsgevoelige ruimten van woningen die direct grenzen aan en een ononderbroken gebouweenheid vormen met een of meer woningen als bedoeld in het eerste lid, mits eerstbedoelde woningen een geluidbelasting van niet minder dan 39 Ke ondervinden.