Einde inhoudsopgave
Regeling luchtvaartvertoningen
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 07-11-2015
- Bronpublicatie:
21-10-2015, Stcrt. 2015, 37711 (uitgifte: 06-11-2015, regelingnummer: IENM/BSK-2015/161995)
- Inwerkingtreding
07-11-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-10-2015, Stcrt. 2015, 37711 (uitgifte: 06-11-2015, regelingnummer: IENM/BSK-2015/161995)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
De vertoningdirecteur laat vertoningvluchten plaatsvinden onder weersomstandigheden die gelijk aan of gunstiger zijn dan de minimum weersomstandigheden vermeld in tabel 4 van de bijlage, behorend bij deze regeling. Indien restrictievere eisen ten aanzien van weersomstandigheden zijn gesteld op grond van de luchtverkeersdienstverleningsklasse, vastgesteld ingevolge artikel 18 van de Regeling luchtverkeersdienstverlening, ter plaatse of in een tijdelijk gebied met beperkingen, dan gelden die in plaats van tabel 4 van de bijlage, behorend bij deze regeling.
2.
De vertoningdirecteur draagt er zorg voor dat vooraf en tijdens de luchtvaartvertoning rekening wordt gehouden met meteorologische variabelen, waaronder in ieder geval windsnelheid en neerslag.