Einde inhoudsopgave
Landsverordening op de inkomstenbelasting 1943 [Sint Maarten]
Artikel 24A [Berekening belasting, kortingen en toeslagen]
Geldend
Geldend vanaf 15-02-2016. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2016
- Redactionele toelichting
De tekst van dit artikel is gebaseerd op de tekst uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
30-12-2015, Afkondigingsblad van Sint Maarten 2015, 32 (uitgifte: 31-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
15-02-2016, terugwerkend tot: 01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-12-2015, Afkondigingsblad van Sint Maarten 2015, 32 (uitgifte: 31-12-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Sint Maarten
1.
De verschuldigde belasting is de belasting berekend volgens artikel 24, eerste lid, minus de basiskorting en de daarop van toepassing zijnde alleenverdienertoeslag ouderentoeslag en kindertoeslag.
2.
De belastingplichtige geniet een basiskorting ten bedrage van NAf. 2049,-.
3.
De alleenverdienertoeslag bedraagt NAf. 1368,-.
4.
De in Sint Maarten wonende belastingplichtige die het gehele kalenderjaar gehuwd is geweest zonder duurzaam gescheiden te leven heeft recht op alleenverdienertoeslag indien het belastbaar inkomen van zijn echtgenoot in het kalenderjaar gelijk is aan of kleiner is dan nihil.
5.
De belastingplichtige die niet binnen Sint Maarten woont, komt in een kalenderjaar waarin hij tevens als binnen Sint Maarten wonende persoon belastingplichtig is, voor zijn periode van buitenlandse belastingplicht in aanmerking voor de basiskorting voor zover deze in de periode van binnenlandse belastingplicht onbenut is gebleven.
6.
De in Sint Maarten wonende belastingplichtige geniet een ouderentoeslag, indien hij bij aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt, ten bedrage van NAf. 1033,-. Ten aanzien van de belastingplichtige aan wie de in artikel 20, tweede en derde lid, bedoelde bestanddelen van het inkomen van zijn echtgenoot worden toegerekend wordt dit bedrag op gezamenlijk verzoek van beide echtgenoten verhoogd met het bedrag van de ouderentoeslag van zijn echtgenoot verminderd met diens verschuldigde belasting, tot ten hoogste een bedrag van NAf. 518,-.
7.
De kindertoeslag, bedoeld in artikel 23A, bedraagt:
- a.
voor categorie I: NAf. 729,-;
- b.
voor categorie II: NAf. 363,-;
- c.
voor categorie III: NAf. 93,-;
- d.
voor categorie IV: NAf. 74,-.
8.
Ten aanzien van de belastingplichtige aan wie de in artikel 20, tweede en derde lid, bedoelde bestanddelen van het inkomen van zijn echtgenoot worden toegerekend, kan op verzoek het bedrag aan kindertoeslag van de echtgenoot aan de andere worden toegerekend. De echtgenoot heeft dan geen recht meer op die kindertoeslag. De Minister van Financiën kan nadere regels stellen op grond waarvan bij twee ongehuwde ouders het recht op kindertoeslag kan worden toegerekend aan de andere ouder dan wel in geval van één-ouderschap de toeslag kan worden verdubbeld.