NTM/NJCM-bull. 2001, p. 1046
STRAFRECHT EN MENSENRECHTEN
HR 23-10-2001, ECLI:NL:PHR:2001:AD4727, m.nt. E. Myjer . (Raadsman bij verstek)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
23 oktober 2001
- Magistraten
W.J.M. Davids, G.J.M. Corstens, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.P. Balkema, A.J.A. van Dorst
- Zaaknummer
02648/00
- Noot
E. Myjer .
- LJN
AD4727
- Roepnaam
Raadsman bij verstek
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS917592:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2001:AD4727, Uitspraak, Hoge Raad, 23‑10‑2001
ECLI:NL:PHR:2001:AD4727, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑10‑2001
Essentie
STRAFRECHT EN MENSENRECHTEN
Samenvatting
Met het arrest van de Hoge Raad van 23 oktober 2001 inzake Bouterse (handel in verdovende middelen) is een (voorlopig) einde gekomen aan een her en der in de strafrechtspraktijk bestaande onduidelijkheid over de reikwijdte van het nieuwe artikel 279 Sv.
Partij(en)
Eindelijk duidelijkheid: het arrest Bouterse en de verdediging van een verstoken verdachte
Uitspraak
INLEIDING
Al zeer snel na de inwerkingtreding (per 1 februari 1998) van het nieuwe artikel 279 Sv (De verdachte die niet is verschenen, kan zich ter terechtzitting laten verdedigen door een advocaat die verklaart daartoe uitdrukkelijk te zijn gevolmachtigd. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.