HR, 06-01-2012, nr. 10/02544

Documentgegevens:

HR 06-01-2012, ECLI:NL:HR:2012:BT8641

Instantie: Hoge Raad
Datum: 6 januari 2012
Magistraten: Mrs. J.B. Fleers, A.M.J. van Buchem-Spapens, J.C. van Oven, F.B. Bakels en G. Snijders
Zaaknummer: 10/02544
Conclusie: A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
LJN: BT8641
Vakgebied(en): Burgerlijk procesrecht / Arbitrage
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2012:BT8641, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑01‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BT8641, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑10‑2011
Wetingang: Rv art. 149 lid 1, 166 lid 1, 419 lid 2

Essentie

Toelating tot getuigenbewijs.

HR: Het oordeel van het hof dat voor bewijslevering geen plaats is nu het bewijsaanbod van B onvoldoende concreet is, moet aldus worden begrepen dat B onvoldoende heeft gesteld om tot bewijslevering te worden toegelaten. Bij deze lezing van het bestreden arrest mist het onderdeel feitelijke grondslag en kan het om die reden niet tot cassatie leiden.

Partij(en)

Aquastaete,

adv. mr. P.S. Kamminga,

tegen

adv. mr. R.W. Keus

Uitspraak

Feiten en procesverloop

Op 30 maart 2002 heeft B van Aquastaete een perceel gekocht in een aan een watergang aan te leggen recreatiepark, met opdracht ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.