Einde inhoudsopgave
Regeling wapens en munitie
Artikel 17c
Geldend
Geldend vanaf 15-01-2013
- Bronpublicatie:
07-01-2013, Stcrt. 2013, 610 (uitgifte: 08-01-2013, regelingnummer: 332642)
- Inwerkingtreding
15-01-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-01-2013, Stcrt. 2013, 610 (uitgifte: 08-01-2013, regelingnummer: 332642)
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Wapens en munitie
1.
Van het verbod in artikel 13, eerste lid, van de wet wordt vrijstelling verleend voor het dragen van airsoftapparaten op voor het publiek toegankelijke plaatsen, met uitzondering van de openbare weg.
2.
De vrijstelling ingevolge het eerste lid geldt slechts:
- a.
voor personen als bedoeld in artikel 17a, eerste lid;
- b.
voor personen als bedoeld in artikel 17b, eerste lid, onder a en b, indien en zolang zij tezamen met een persoon als bedoeld in artikel 17a, eerste lid, de airsoftsport beoefenen;
- c.
voor de beoefening van door de airsoftvereniging, bedoeld in artikel 17a, eerste lid, georganiseerde airsoftsport ten behoeve waarvan voorafgaande schriftelijke toestemming van de korpschef is verleend, welke toestemming in ieder geval wordt onthouden of ingetrokken indien geen redelijke maatregelen ter voorkoming van bedreiging en afdreiging door de airsoftapparaten zijn getroffen, dan wel indien misbruik is te vrezen;
- d.
gedurende de tijden waarop het sportevenement plaatsvindt;
- e.
op het terrein van het evenement in de onmiddellijke nabijheid van de plaats waar de airsoftsport daadwerkelijk wordt beoefend.