Einde inhoudsopgave
Landsverordening inkomstenbelasting [Aruba]
Artikel 23a [Kinderaftrek]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2008
- Redactionele toelichting
De tekst van dit artikel, zoals deze luidde op 01-01-2008 is overgenomen uit Vakstudie Belastingen van de Koninkrijksdelen buiten Europa.
- Bronpublicatie:
18-12-2007, Afkondigingsblad van Aruba 2007, 112 (uitgifte: 19-12-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-12-2007, Afkondigingsblad van Aruba 2007, 112 (uitgifte: 19-12-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Belastingen overzeese Koninkrijksdelen / Aruba
1.
De in Aruba wonende belastingplichtige geniet kinderaftrek voor zijn eigen[lees: eigen en ] aangehuwde kinderen en pleegkinderen, die:
- a.
aan het einde van het kalenderjaar jonger dan 18 jaar zijn voor zover niet vallende onder b of c;
- b.
aan het einde van het kalenderjaar 16 jaar of ouder, doch jonger dan 27 jaar zijn, en wier voor werkzaamheden beschikbare tijd grotendeels in beslag wordt genomen door of in verband met het volgen van onderwijs of van een beroepsopleiding;
- c.
aan het einde van het kalenderjaar 16 jaar of ouder, doch jonger dan 27 jaar zijn, en tengevolge van ziekte of gebreken buiten staat zijn om de helft te verdienen van hetgeen lichamelijk en geestelijk gezonde kinderen, die overigens in gelijke omstandigheden verkeren, kunnen verdienen en daartoe ook, hetzij in het afgelopen jaar buiten staat zijn geweest, hetzij vermoedelijk in het eerstkomende jaar buiten staat zullen zijn.
2.
Kinderaftrek voor — al of niet erkende — natuurlijke kinderen wordt enkel verleend, indien zij tot het huishouden van de belastingplichtige behoren, dan wel in verband met het volgen van onderwijs of van een beroepsopleiding of in verband met ziekte of gebreken niet tot het huishouden behoren.
3.
De kinderaftrek wordt genoten voor zover de belastingplichtige in het kalenderjaar tegenover die aftrek een positief zuiver inkomen heeft staan.
4.
De kinderaftrek bedraagt:
- a.
voor elk kind vallende onder onderdeel a, van het eerste lid, Afl. 750,–;
- b.
voor elk kind vallende onder onderdeel b of c, van het eerste lid, Afl. 1200,–.
5.
Voor elk kind, bedoeld onder onderdeel b, van het eerste lid, dat elders verblijft om een niet in Aruba aanwezige inrichting van onderwijs te bezoeken, wordt een extra kinderaftrek van Afl. 3800,– verleend. Bij regeling van de Minister kan worden bepaald onder welke voorwaarden de extra kinderaftrek wordt verleend.
6.
In afwijking van het eerste lid wordt in geval van gehuwde belastingplichtigen op wie artikel 20, eerste tot en met vijfde lid, van toepassing is, kinderaftrek genoten door de echtgenoot met het hoogst persoonlijk arbeidsinkomen dan wel door de man ingevolge artikel 20, tweede lid.