Einde inhoudsopgave
Regeling geluidwerende voorzieningen 1997
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
19-03-2021, Stcrt. 2021, 15868 (uitgifte: 26-03-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-2023, Stcrt. 2023, 11246 (uitgifte: 19-04-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Tenzij in deze regeling anders is bepaald, worden op 's rijks kosten geluidwerende voorzieningen aangebracht aan geluidsgevoelige ruimten van:
- a.
een woning die:
- 1°
op het tijdstip van vaststelling van de geluidscontour Rotterdam of de geluidscontour Lelystad daarbinnen reeds aanwezig is, of nog niet aanwezig is maar waarvoor de omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend, en
- 2°
volgens de geluidscontour Rotterdam of de geluidscontour Lelystad een geluidsbelasting van 40 Ke of hoger ondervindt;
- b.
een ander geluidsgevoelig gebouw dat:
- 1°
op het tijdstip van vaststelling van de geluidscontour Rotterdam of de geluidscontour Lelystad daarbinnen reeds aanwezig is, of nog niet aanwezig is maar waarvoor de omgevingsvergunning voor het bouwen is verleend, en
- 2°
voor de luchthaven Rotterdam of voor de luchthaven Lelystad een geluidsbelasting van 40 Ke of hoger ondervindt.
2.
Onverminderd het eerste lid, worden op 's rijks kosten geluidwerende voorzieningen aangebracht aan geluidsgevoelige ruimten van woningen die direct grenzen aan en een ononderbroken gebouweenheid vormen met een of meer woningen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, mits eerstbedoelde woningen een geluidbelasting van niet minder dan 39 Ke ondervinden.