NJB 2019/488
Beklag aangaande beslag art. 552a Sv: bij de beoordeling van een klaagschrift van een beslagene gericht tegen een art. 94 Sv-beslag dient de rechter a. te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo neen, b. de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp te gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd. Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave indien het veiligstellen van de belangen waarvoor art. 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer het inbeslaggenomen voorwerp van belang is voor de waarheidsvinding, ook in een zaak van een ander dan de klager, of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen. In casu is het oordeel dat de in beslag genomen voorwerpen kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen niet toereikend gemotiveerd. Toetsing van een beslag aan de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit: de beoordeling van een klaagschrift van de beslagene gericht tegen een beslag als bedoeld in ex art. 94a lid 1 en lid 2 Sv vergt niet een (ambtshalve) onderzoek met betrekking tot de vraag of voortzetting (onder voorwaarden) van het beslag in overeenstemming is met de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit. De omstandigheden van het geval kunnen echter meebrengen dat in verband met hetgeen door of namens de klager is aangevoerd de rechter in de motivering van zijn beslissing ervan blijk dient te geven een dergelijk onderzoek te hebben verricht. In casu had de rechtbank in de motivering van haar beslissing ervan blijk dienen te geven dit onderzoek te hebben verricht, mede in aanmerking genomen hetgeen dat namens de klaagster is aangevoerd omtrent haar inkomen waarvan zij en haar kind moeten leven
HR 19-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:247
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
19 februari 2019
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend en J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
16/05762
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:247, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 19‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:10, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 08‑01‑2019
- Wetingang
Essentie
Beklag aangaande beslag art. 552a Sv: bij de beoordeling van een klaagschrift van een beslagene gericht tegen een art. 94 Sv-beslag dient de rechter a. te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo neen, b. de teruggave van het inbeslaggenomen voorwerp te gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd. Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave indien het veiligstellen van de belangen waarvoor art. 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.