Einde inhoudsopgave
Wetboek van Strafvordering
Artikel 5.7.3 [Toezichtmaatregelen]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2018
- Redactionele toelichting
Voorheen art. 5:3:3.
- Bronpublicatie:
07-06-2017, Stb. 2017, 246 (uitgifte: 16-06-2017, kamerstukken: 34493)
- Inwerkingtreding
01-07-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-12-2017, Stb. 2017, 492 (uitgifte: 20-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Strafprocesrecht (V)
1.
Vatbaar voor erkenning en tenuitvoerlegging in Nederland dan wel toezending aan een andere lidstaat van de Europese Unie zijn toezichtbeslissingen, voor zover daarbij een of meer van de volgende toezichtmaatregelen zijn opgelegd:
- a.
het gebod een bepaalde autoriteit in kennis te stellen van elke wijziging van woon- of verblijfplaats;
- b.
het verbod bepaalde locaties, plaatsen of afgebakende gebieden te betreden;
- c.
het gebod op bepaalde tijdstippen of gedurende een bepaalde periode op een bepaalde locatie aanwezig te zijn;
- d.
de beperking van het recht om de uitvoerende lidstaat te verlaten;
- e.
het gebod zich op bepaalde tijdstippen bij een bepaalde instantie te melden;
- f.
het verbod contact te leggen of te laten leggen met bepaalde personen of instellingen;
- g.
andere toezichtmaatregelen op de naleving waarvan de uitvoerende lidstaat bereid is toe te zien.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen toezichtmaatregelen als bedoeld in het eerste lid, onder g, worden aangewezen, voor zover het Nederland als uitvoerende lidstaat betreft.