Einde inhoudsopgave
Inkwartieringswet
Artikel 45
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1953
- Bronpublicatie:
18-06-1953, Stb. 1953, 305 (uitgifte: 03-07-1953, kamerstukken: 2610 )
- Inwerkingtreding
01-08-1953
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-07-1953, Stb. 1953, 342 (uitgifte: 24-07-1953, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Indien voor het voldoen aan een vordering of voor een ingebruik- of ineigendomneming ingevolge artikel 28 een schriftelijk bewijs is afgegeven en aan de rechthebbende binnen twee maanden na dagtekening van dit bewijs geen schadeloosstelling is toegekend en hij evenmin binnen die termijn bericht heeft ontvangen, waaruit blijkt dat de financiële afwikkeling zal worden ter hand genomen, dient hij zich dienaangaande binnen een jaar nadat de bovengenoemde termijn is verstreken, op straffe van verval van het recht op schadeloosstelling, met een verzoekschrift te richten tot Onze Minister. Indien hij echter kan aantonen redelijkerwijs in de onmogelijkheid te hebben verkeerd binnen de gestelde termijn dit verzoekschrift in te dienen, zal de laatstgenoemde termijn een aanvang nemen op de dag waarop deze onmogelijkheid heeft opgehouden te bestaan.
2.
Onze Minister is bevoegd in bijzondere gevallen de termijn van een jaar, genoemd in het eerste lid, te verlengen.