AB 2016/37
Maatschappelijke opvang niet-rechthebbende vreemdeling. Plaatsing in een VBL voorliggende voorziening. Positieve verplichting EVRM.
- Instantie
Centrale Raad van Beroep
- Datum
26 november 2015
- Magistraten
Mrs. H.C.P. Venema, T.L. de Vries, H.G. Lubberdink
- Zaaknummer
14/4389 WMO
- Noot
C.W.C.A. Bruggeman
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS922607:1
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Maatschappelijke ondersteuning / Maatschappelijke opvang
Vreemdelingenrecht / Verblijf
- Brondocumenten
ECLI:NL:CRVB:2015:3803, Uitspraak, Centrale Raad van Beroep, 26‑11‑2015
- Wetingang
Art. 1 lid 1 onderdeel c, 20 lid 1 Wmo
Essentie
Maatschappelijke opvang niet-rechthebbende vreemdeling. Plaatsing in een VBL voorliggende voorziening. Positieve verplichting EVRM.
Samenvatting
Uit het vorenstaande vloeit voort dat een plaatsing in een VBL in het algemeen aangemerkt kan worden als een voldoende voorziening in het bieden van opvang voor personen als appellanten. Weliswaar is die voorziening niet gebaseerd op een wettelijke bevoegdheid onderdak en andere voorzieningen te bieden, maar dat neemt niet weg dat met deze voorziening voldoende invulling wordt gegeven aan de uit het internationaal recht voortvloeiende positieve verplichting opvang te bieden. Nu voor appellanten de mogelijkheid van opvang in de VBL aanwezig was — ...