AB 2019/107
Horizontale rechtstreekse werking van grondrechten uit het EU-Grondrechtenhandvest.
HvJ EU 06-11-2018, ECLI:EU:C:2018:874, m.nt. N. Jak en T. Barkhuysen (Max-Planck-Gesellschaft zur Förderung der Wissenschaften)
- Instantie
Hof van Justitie van de Europese Unie
- Datum
6 november 2018
- Magistraten
K. Lenaerts, J.-C. Bonichot, A. Prechal, M. Vilaras, T. von Danwitz, F. Biltgen, K. Jürimäe, C. Lycourgos, M. Ilešič, J. Malenovský, E. Levits, L. Bay Larsen, S. Rodin
- Zaaknummer
C-684/16
- Noot
N. Jak en T. Barkhuysen
- Roepnaam
Max-Planck-Gesellschaft zur Förderung der Wissenschaften
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS18154:1
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Arbeidsrecht / Europees arbeidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:EU:C:2018:874, Uitspraak, Hof van Justitie van de Europese Unie, 06‑11‑2018
ECLI:EU:C:2018:338, Conclusie, Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal), 29‑05‑2018
- Wetingang
Art. 31 lid 2, art. 51 lid 1 EU-Grondrechtenhandvest; art. 7 Richtlijn 2003/88/EG
Essentie
Horizontale rechtstreekse werking van grondrechten uit het EU-Grondrechtenhandvest.
Samenvatting
Wat de werking betreft die art. 31 lid 2 Handvest ten aanzien van particuliere werkgevers heeft, moet worden vastgesteld dat de bepalingen van het Handvest volgens art. 51 lid 1 ervan gericht zijn tot de instellingen, organen en instanties van de Unie met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel, alsook — uitsluitend wanneer zij het recht van de Unie ten uitvoer brengen — tot de lidstaten. Art. 51 lid 1 vermeldt daarentegen niet of dergelijke particulieren eventueel rechtstreeks gehouden kunnen zijn tot naleving van sommige bepalingen van het Handvest, en kan bijgevolg niet aldus ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.