NJ 1935, p. 1633
Kracht van gewijsde van de erkenning van voorrang in een faillissement. Kosten-veroordeeling in een verzet-procedure.
HR 25-01-1935, ECLI:NL:HR:1935:288 (Faillissement Flora)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
25 januari 1935
- Magistraten
Mrs. Visser, van den Dries, van Gelein Vitringa, de Menthon Bake, Servatius
- Zaaknummer
[25011935/NJ_1935,_p._1633]
- Conclusie
Mr. Besier
- Roepnaam
Faillissement Flora
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS162420:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1935:288, Uitspraak, Hoge Raad, 25‑01‑1935
- Wetingang
Essentie
Kracht van gewijsde van de erkenning van voorrang in een faillissement. Kosten-veroordeeling in een verzet-procedure.
Samenvatting
Krachtens het laatste lid van art. 121 Fw. heeft de zonder eenige betwisting gedane erkenning in het faillissement kracht van gewijsde zaak, zoodat niet met goed gevolg bij wege van verzet tegen de uitdeelingslijst tegen een erkend recht van voorrang kan worden opgekomen, ook niet met de bewering, dat betwisting ten onrechte zou zijn achterwege gebleven.
Noch in de artikelen, welke het verzet tegen de uitdeelingslijst regelen, noch in art. 56 Rv., dat enkel op vonnissen en niet op beschikkingen op verzoekschriften ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.