NJB 2018/1110
Instellen hoger beroep door verdachte binnen veertien dagen na de einduitspraak indien de dagvaarding of oproeping of aanzegging om op de (nadere) terechtzitting te verschijnen aan de verdachte in persoon is gedaan of betekend, art. 408 lid 1 onder a Sv: in casu wordt verdachte wegens het niet tijdig instellen van het hoger beroep niet ontvankelijk verklaard; daaraan staat niet in de weg de omstandigheid dat aan de raadsvrouwe van de verdachte in strijd met art. 51 (oud) Sv, thans art. 48 Sv, niet een afschrift van de dagvaarding in eerste aanleg is gezonden
HR 22-05-2018, ECLI:NL:HR:2018:754
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
22 mei 2018
- Magistraten
Mrs. J. de Hullu, E.S.G.N.A.I. van de Griend, M.T. Boerlage
- Zaaknummer
16/04762
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:754, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 22‑05‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:282, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑03‑2018
- Wetingang
(art. 408 Sv)
Essentie
Instellen hoger beroep door verdachte binnen veertien dagen na de einduitspraak indien de dagvaarding of oproeping of aanzegging om op de (nadere) terechtzitting te verschijnen aan de verdachte in persoon is gedaan of betekend, art. 408 lid 1 onder a Sv: in casu wordt verdachte wegens het niet tijdig instellen van het hoger beroep niet ontvankelijk verklaard; daaraan staat niet in de weg de omstandigheid dat aan de raadsvrouwe van de verdachte in strijd met art. 51 (oud) Sv, thans art. 48 Sv, niet een afschrift van de dagvaarding in eerste aanleg is gezonden
Uitspraak
Inleiding:
Het hof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.