V-N 2020/27.25
Verzoek om inzage in stukken impliceert ook dat gebruik wordt gemaakt van hoorrecht
HR 05-06-2020, ECLI:NL:HR:2020:1011, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 juni 2020
- Magistraten
Koopman, Punt, Van Hilten
- Zaaknummer
18/04533
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS203088:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑06‑2020
ECLI:NL:HR:2020:1011, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑06‑2020
- Wetingang
art. 7:4 Awb
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat een verzoek om inzage in stukken in de bezwaarfase kan gelden als een verklaring van een belanghebbende dat hij gebruik wil maken van zijn hoorrecht.
Samenvatting
X komt in bezwaar tegen een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting. In hoger beroep is in geschil of de inspecteur de hoorplicht heeft geschonden. Hof Amsterdam oordeelt dat dit niet het geval is, omdat X in haar bezwaarschrift niet expliciet heeft verzocht om te worden gehoord, en de inspecteur haar vervolgens voldoende in de gelegenheid heeft gesteld om te worden gehoord. X heeft volgens het hof op vragen van de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.