NJ 1924, p. 301
Onteigening. Aangeboden en opgelegde werken ter voorkoming van schade. Schadeloossteling niet uitsluitend in geld?
HR 09-01-1924, ECLI:NL:HR:1924:41
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 januari 1924
- Magistraten
Mrs. Jhr. de Sav. Lohman, Fentener van Vlissingen, Segers, Savelberg en Visser
- Zaaknummer
[09011924/NJ_1924,_p._301]
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS150087:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1924:41, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑01‑1924
- Wetingang
(OW art. 41.)
Essentie
Onteigening. Aangeboden en opgelegde werken ter voorkoming van schade. Schadeloossteling niet uitsluitend in geld?
Samenvatting
Uit de wet is niet af te leiden, de ontoelaatbaarheid van het aanbod van werken, wanneer dit na de dagvaarding in den loop van het geding wordt gedaan en de rechter mag ook in zoodanig geval de werken bevelen.
De weigering van de onteigende partij om met die werken genoegen te nemen kan niet van invloed zijn, wanneer de rechter van oordeel is, dat die werken inderdaad zullen dienen om zekere schade — i. c. waardevermindering van het overblijvende — geheel te voorkomen. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.