RvdW 2015/789
Slagende bewijsklacht medeplegen opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine.
HR 16-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1661
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 juni 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
13/04720
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1661, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:935, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 14‑04‑2015
Essentie
Slagende bewijsklacht medeplegen opzettelijk aanwezig hebben van amfetamine.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 26 april 2013, nummer 22/006184-10, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv. mr. R.J. Baumgardt te Spijkenisse.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1.
Het gerechtshof te ’s-Gravenhage heeft bij arrest van 26 april 2013 de verdachte ter zake van 1. ‘medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod’, 2. ‘medeplegen om een feit, bedoeld in het vierde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.