JWB 2012/128
Procesrecht, ontvankelijkheid cassatieberoep, griffierecht
HR 02-03-2012, ECLI:NL:HR:2012:BU5607
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 maart 2012
- Zaaknummer
11/01901
- LJN
BU5607
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BU5607, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑03‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BU5607, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 06‑01‑2012
Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑11‑2011
- Wetingang
Art. 3 lid 4 Wet griffierechten burgerlijke zaken; art. 282a lid 4 Rv
Essentie
Procesrecht, ontvankelijkheid cassatieberoep, griffierecht
Samenvatting
Casus
Bij verzoekschrift van 18 april 2011 hebben de verzoekers tot cassatie cassatieberoep tegen een tweetal beschikkingen van een hof ingesteld. Het verschuldigde griffierecht is op 17 mei 2011 door de Hoge Raad ontvangen.
Rechtsvraag
Centraal staat de vraag naar de ontvankelijkheid van het cassatieberoep.
Beslissing
De Hoge Raad overweegt dat ingevolge art.3 lid 4 WGBZ het griffierecht binnen vier weken naar het instellen van het cassatieberoep moet worden ontvangen. De termijn van ver weken is in het voorliggende geval op 16 mei 2011 afgelopen. Aangezien het griffierecht eerst op 17 mei 2011 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.