JWB 2010/434
Arbeidsrecht. Kennelijk onredelijk ontslag.
HR 22-10-2010, ECLI:NL:HR:2010:BN6239
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 oktober 2010
- Zaaknummer
09/01261
- LJN
BN6239
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BN6239, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑10‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BN6239, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑09‑2010
- Wetingang
Art. 7:681 BW
Essentie
Arbeidsrecht. Kennelijk onredelijk ontslag.
Samenvatting
Casus
Eiser is in 1978 bij een rechtsvoorgangster van Delta in dienst getreden als wasserijmedewerker. Delta heeft een ontslagvergunning voor eiser gevraagd en gekregen, en hem met ingang van 1 november 2005 ontslag aangezegd. Eiser vordert in de thans in cassatie aanhangige zaak schadevergoeding op de voet van art. 7:681 BW. De basis voor de vordering is, dat het ontslag als kennelijk onredelijk zou moeten worden beoordeeld.
In eerste aanleg beoordeelde de kantonrechter het aan eiser verleende ontslag inderdaad als kennelijk onredelijk en kende vergoeding toe. In hoger beroep, door eiser ingesteld, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.