RvdW 2020/590
Cassatieprocesrecht. Niet-ontvankelijkheid. Verzoekschrift niet ondertekend door advocaat bij de Hoge Raad. Art. 426a lid 1 Rv.
HR 24-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:804
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 april 2020
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
20/00375
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:804, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:242, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑03‑2020
Essentie
Cassatieprocesrecht. Niet-ontvankelijkheid. Verzoekschrift niet ondertekend door advocaat bij de Hoge Raad. Art. 426a lid 1 Rv.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CIVIELE KAMER
Nummer 20/00375
Datum 24 april 2020
BESCHIKKING
In de zaak van
[verzoeker], wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
hierna: [verzoeker].
Conclusie
Conclusie plv. P-G mr. F.F. Langemeijer:
1. Procesverloop
1.1
Bij beschikking van 23 januari 2019 heeft de rechtbank Noord-Holland op verzoek van de Raad voor de kinderbescherming twee kinderen van verzoeker tot cassatie onder toezicht gesteld voor het tijdvak van 23 januari 2019 tot 23 september 2019. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.