RI 2017/14
Gestanddoening overeenkomst. Heeft de curator een vordering voor hetgeen failliet voor faillissement heeft gepresteerd, indien hij de overeenkomst niet gestand doet? (X c.s./Peters q.q.)
HR 02-12-2016, ECLI:NL:HR:2016:2730
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 december 2016
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak
- Zaaknummer
15/01672
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS925332:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2730, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑12‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:921, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑03‑2015
- Wetingang
Art. 37 Fw
Essentie
Gestanddoening overeenkomst.
Heeft de curator een vordering voor hetgeen failliet voor faillissement heeft gepresteerd, indien hij de overeenkomst niet gestand doet?
Samenvatting
Een aannemingsovereenkomst bepaalt dat bij gereedkomen van de ruwe begane grondvloer 20% van de aanneemsom verschuldigd is. Na het gereedkomen van de ruwe begane grondvloer zendt de aannemer geen factuur. Vervolgens gaat de aannemer failliet, voordat hij het resterende deel van het werk afrondt. De curator verklaart de overeenkomst niet gestand te doen. Hij vordert van de opdrachtgevers betaling van de eerste 20% van de aanneemsom op grond van nakoming van de aannemingsovereenkomst, dan wel ongerechtvaardigde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.