Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen Nederland en België betreffende de toepassing der wederzijdse wetgeving op het punt der sociale verzekering
Artikel 21
Geldend
Geldend vanaf 01-10-1949
- Bronpublicatie:
29-08-1947, Trb. 1960, 82 (uitgifte: 01-01-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
29-08-1947, Trb. 1949, J 435 (uitgifte: 01-10-1949, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-10-1949
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-08-1947, Trb. 1960, 82 (uitgifte: 01-01-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
29-08-1947, Trb. 1949, J 435 (uitgifte: 01-10-1949, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Vrij verkeer
1.
De vrijstelling van rechten, voorzien door de wetgeving van een der verdragsluitende landen voor stukken, die moeten worden overgelegd aan de administraties of bevoegde organen van dat land, wordt uitgebreid tot de overeenkomstige stukken, welke voor de toepassing van dit verdrag aan de administraties of bevoegde organen van het andere land moeten worden overgelegd.
2.
Alle akten, bescheiden en andere stukken, welke ter uitvoering van dit verdrag moeten worden overgelegd, zijn vrij van het visum of van de legalisatie der diplomatieke of consulaire autoriteiten.