Einde inhoudsopgave
Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
17-11-2021, Stb. 2021, 570 (uitgifte: 26-11-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-12-2021, Stb. 2021, 601 (uitgifte: 09-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ruimtelijk bestuursrecht / Algemeen
Volkshuisvesting en wonen / Algemeen
1.
Onze Minister kan ontheffing als bedoeld 21a[lees: artikel 21a], derde lid, van de wet verlenen indien:
- a.
het verschaffen van vermogen plaatsvindt door het kwijtschelden van schulden van de met haar verbonden onderneming, indien:
- 1°
de toegelaten instelling enig aandeelhouder is van de verbonden onderneming;
- 2°
de verbonden onderneming uitsluitend schulden heeft bij de toegelaten instelling;
- 3°
de waarde van de activa van de verbonden onderneming nihil is, en
- 4°
de verbonden onderneming na kwijtschelding van de schulden wordt ontbonden;
- b.
het verstrekken van vermogen plaatsvindt bij het bewerkstelligen van een administratieve scheiding of juridische scheiding als bedoeld in Hoofdstuk IV, Afdeling 3, paragraaf 4, onderscheidenlijk paragraaf 5, van de wet aan een dochtermaatschappij en het verschaffen van vermogen voor maximaal 60% geschiedt in de vorm van het inbrengen van kapitaal.
2.
Naast de gevallen, bedoeld in het eerste lid, kan Onze Minister uitsluitend een ontheffing als bedoeld in artikel 21a, derde lid, van de wet verlenen, indien dat naar zijn oordeel noodzakelijk is:
- a.
om te voorkomen dat de toegelaten instelling gehouden is om schulden van de betrokken verbonden onderneming te voldoen;
- b.
ten behoeve van de herfinanciering van leningen die bestonden op 1 juli 2015, of
- c.
ten behoeve van de herfinanciering van leningen die bestaan op het tijdstip waarop een juridische scheiding wordt bewerkstelligd.