Einde inhoudsopgave
Wet vrachtwagenheffing
Artikel 16 (hoogte bestuurlijke boete)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2023
- Bronpublicatie:
22-08-2022, Stb. 2022, 330 (uitgifte: 30-08-2022, kamerstukken: 35910)
- Inwerkingtreding
01-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-12-2022, Stb. 2022, 526 (uitgifte: 23-12-2022, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Inrichting wegverkeer
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van zware motorrijtuigen
Vervoersrecht / Wegvervoer
1.
De op grond van artikel 15, eerste lid, op te leggen boete bedraagt ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld voor de tweede categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.
2.
De betaling van de bestuurlijke boete geschiedt binnen twee weken nadat de beschikking tot oplegging van de bestuurlijke boete onherroepelijk is geworden.
3.
Als de bestuurlijke boete niet tijdig is betaald, wordt de bestuurlijke boete van rechtswege met vijftig procent verhoogd en zendt Onze Minister de houder een eerste aanmaning. De betaling van het verhoogde bedrag geschiedt binnen vier weken na verzending van de eerste aanmaning.
4.
Als de verhoogde bestuurlijke boete, bedoeld in het derde lid, niet binnen de in dat lid gestelde termijn betaald is, wordt de verhoogde bestuurlijke boete van rechtswege verder verhoogd met honderd procent van het bedrag van de verhoogde bestuurlijke boete en zendt Onze Minister de houder een tweede aanmaning. De betaling van de verder verhoogde bestuurlijke boete geschiedt binnen vier weken na verzending van de tweede aanmaning.
5.
Als de verder verhoogde bestuurlijke boete, bedoeld in het vierde lid, niet binnen de in dat lid gestelde termijn betaald is, is Onze Minister bevoegd tot de uitvaardiging van een dwangbevel.
6.
Artikel 4:113 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op de eerste en tweede aanmaning.
7.
Artikel 5:10, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing na de eerste aanmaning.
8.
Artikel 5:53 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing op het opleggen van de bestuurlijk boete.