FED 2019/51
Weigering van inspecteur om procedure aan te houden vormt onvoldoende grond voor werkelijke proceskostenvergoeding in cassatie
HR 18-01-2019, ECLI:NL:HR:2019:62, m.nt. E. Thomas
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
18 januari 2019
- Magistraten
Mrs. Punt, Van Hilten, Faase
- Zaaknummer
17/02767
- Noot
E. Thomas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS36059:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht (V)
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:62, Uitspraak, Hoge Raad, 18‑01‑2019
- Wetingang
Essentie
Weigering van inspecteur om procedure aan te houden vormt onvoldoende grond voor werkelijke proceskostenvergoeding in cassatie
Samenvatting
De Hoge Raad geeft de volgende twee rechtsoordelen:
I Het feit dat de inspecteur ter zitting van het hof niet heeft ingestemd met het voorstel van belanghebbende om de zaak aan te houden totdat de Hoge Raad uitspraak zou hebben gedaan in de procedure 15/05937 vormt onvoldoende grond om af te wijken van de forfaitaire proceskostenvergoeding (r.o. 2.3);
II Belanghebbende kan niet eerst in cassatie verzoeken om wettelijke rente toe te kennen over de door het hof aan belanghebbende toegekende kosten ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.