NJ 1949/429
Niet ondertekening van vonnis door de rechters en griffier. Substantiële nietigheid?
HR 12-04-1949, ECLI:NL:HR:1949:205, m.nt. Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
12 april 1949
- Magistraten
Mrs. Fick, van der Meulen, Feber, Rombach, van Berckel
- Zaaknummer
[12041949/NJ_1949-429]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Noot
Prof. Mr. B.V.A. Röling
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS108827:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1949:205, Uitspraak, Hoge Raad, 12‑04‑1949
- Wetingang
Essentie
Niet ondertekening van vonnis door de rechters en griffier. Substantiële nietigheid?
Samenvatting
Het middel klaagt dat het Hof een vonnis ten onrechte heeft bevestigd, daar het vonnis door geen der Rechters, die over de zaak hebben geoordeeld, noch door den Griffier, die bij de beraadslaging tegenwoordig is geweest, is ondertekend.
Op het niet-naleven van het verzoekschrift van art. 365 Sv. dat het vonnis moet worden ondertekend, is geen nietigheid gesteld.
Het Hof m.ocht, ook bij afwezigheid van de bij art. 365 voorgeschreven ondertekening, aannemen dat de griffier, bewaarder der minuten, tekenend voor eensluidend afschrift, aldus vaststelde, dat dit ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.