NJB 2016/833:Faillissement. Pand. Huur. Boedelschuld. Bodemvoorrecht. Heineken verhuurt een bedrijfspand en heeft een pandrecht op de bedrijfsinventaris. Op 13 april 2011 legt de fiscus beslag op de bedrijfsinventaris. Op 31 mei 2011 gaat de huurder falliet. De curator zegt de huur op tegen 7 september 2011. Heineken executeert het pandrecht ten behoeve van de huurvordering over de periode 31 mei 2011-7 september 2011. De curator verlangt afgifte van de executieopbrengst. HR: 1. Huurvordering. Boedelvordering. Dat de huurvordering na het faillissement een boedelvordering is, maakt niet dat deze vordering niet kan worden aangemerkt als een vordering op de huurder/pandgever. 2. Behartiging van belangen van bevoorrechte schuldeisers door de curator. De vordering van de fiscus is een faillissementsvordering. De vordering van Heineken is een boedelvordering. Daarom is belangenbehartiging door de curator als bedoeld in art. 57 lid 3 Fw niet aan de orde