Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/41/EU betreffende het Europees onderzoeksbevel in strafzaken
Artikel 7 Toezending van het EOB
Geldend
Geldend vanaf 16-01-2024
- Bronpublicatie:
13-12-2023, PbEU L 2023, 2023/2843 (uitgifte: 27-12-2023, regelingnummer: 2023/2843)
- Inwerkingtreding
16-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-12-2023, PbEU L 2023, 2023/2843 (uitgifte: 27-12-2023, regelingnummer: 2023/2843)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Internationaal strafrecht / Europees strafrecht en strafprocesrecht
Internationaal strafrecht / Justitiële en politionele samenwerking
1.
De uitvaardigende autoriteit zendt het overeenkomstig artikel 5 ingevulde EOB toe aan de uitvoerende autoriteit.
2.
Alle verdere officiële communicatie geschiedt rechtstreeks tussen de uitvaardigende autoriteit en de uitvoerende autoriteit.
3.
Onverminderd artikel 2, onder d), kan iedere lidstaat één of, indien zijn rechtsorde daarin voorziet, meer centrale autoriteiten aanwijzen die de bevoegde autoriteiten zullen bijstaan. Een lidstaat kan, indien zijn rechterlijke organisatie zulks vereist, één of meer centrale autoriteiten belasten met de administratieve toezending en de ontvangst van de EOB's en de desbetreffende officiële correspondentie.
4.
De uitvaardigende autoriteit kan EOB's toezenden via het telecommunicatiesysteem van het Europees justitieel netwerk (EJN), als opgericht bij Gemeenschappelijk Optreden 98/428/JBZ van de Raad (1).
5.
Indien de identiteit van de uitvoerende autoriteit niet bekend is, wordt de uitvoerende staat door de uitvaardigende autoriteit langs alle mogelijke kanalen, waaronder de contactpunten van het EJN, om inlichtingen verzocht.
6.
Indien de autoriteit in de uitvoerende staat die het EOB ontvangt, niet bevoegd is om het EOB te erkennen of om de nodige maatregelen te nemen om het ten uitvoer te leggen, zendt zij het EOB ambtshalve door aan de uitvoerende autoriteit en stelt zij de uitvaardigende autoriteit hiervan in kennis.
7.
Alle moeilijkheden in verband met de toezending of de echtheid van een voor de tenuitvoerlegging van het EOB noodzakelijk document worden opgelost door middel van rechtstreekse contacten tussen de uitvaardigende autoriteit en de uitvoerende autoriteit of, in voorkomend geval, door toedoen van de centrale autoriteiten van de betrokken lidstaten.
Voetnoten
Gemeenschappelijk Optreden 98/428/JBZ van 29 juni 1998 door de Raad aangenomen op grond van artikel K.3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, tot oprichting van een Europees justitieel netwerk (PB L 191 van 7.7.1998, blz. 4).