Einde inhoudsopgave
Voorontwerp Insolventiewet
Artikel 4.2.10 Voortzetting van de onderneming
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2007
- Bronpublicatie:
01-11-2007, Internet 2007, www.justitie.nl (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-11-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-11-2007, Internet 2007, www.justitie.nl (uitgifte: 01-11-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
1.
De toestemming voor de voortzetting van de onderneming van de schuldenaar of een onderdeel daarvan vanaf een maand na de insolventverklaring wordt ten hoogste voor één jaar verleend. Op verzoek van de bewindvoerder kan de toestemming door de schuldeiserscommissie, of indien die er niet is door de rechter-commissaris, een of meermalen worden verlengd, telkens met ten hoogste één jaar, met dien verstande dat de totale duur van de voortzetting niet meer dan drie jaren beloopt.
2.
De rechter-commissaris beslist niet dan nadat zeven dagen zijn verstreken sedert het verzoek om toestemming of de verlenging daarvan ter griffie ter inzage van een ieder is gelegd en aan de bekende schuldeisers door de bewindvoerder schriftelijke kennisgeving is gezonden van de indiening van het verzoek, de terinzagelegging en de dag waarop de rechter-commissaris op zijn vroegst een beslissing neemt.
3.
Ten aanzien van de verlenging van de toestemming als bedoeld in het eerste lid, zijn de artikelen 4.2.3a, tweede lid, 4.2.3b, tweede lid, en 4.2.3c van overeenkomstige toepassing.