Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20921 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 3815813)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20921 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 3815813)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
Richtlijn 2006/123/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende diensten op de interne markt, de Dienstenrichtlijn, definieert het begrip ‘vergunningstelsel’ in artikel 4, zesde lid, als ‘elke procedure die voor een dienstverrichter de verplichting inhoudt om bij een bevoegde instantie stappen te ondernemen ter uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemming voor de toegang tot of de uitoefening van een dienstenactiviteit’. De toepasselijkheid van de Dienstenrichtlijn brengt een aantal verplichtingen en beperkingen met zich. Tevens bevatten de artikelen 28 e.v. van de Dienstenwet specifieke bepalingen voor vergunningstelsels die onder de reikwijdte van de Dienstenrichtlijn vallen. Zie ook de toelichting bij aanwijzing 5.56.
Eerste lid, onderdeel a. Deze verplichting volgt uit artikel 9 van de Dienstenrichtlijn. Als dwingende redenen van algemeen belang gelden in ieder geval de redenen die door het Hof van Justitie van de Europese Unie zijn erkend.
Eerste lid, onderdeel b. Ingevolge artikel 28 van de Dienstenwet is paragraaf 4.1.3.3 Awb van toepassing op de aanvraag van een vergunning die onder de reikwijdte van de Dienstenrichtlijn valt, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald. Paragraaf 4.1.3.3 bevat een regeling voor de totstandkoming van een positieve beschikking op een aanvraag bij het uitblijven van een beslissing binnen de termijn, meestal aangeduid als de lex silencio positivo. De Dienstenrichtlijn verplicht tot invoering van de lex silencio positivo, maar biedt de mogelijkheid om een uitzondering te maken indien dit gerechtvaardigd is wegens dwingende redenen van algemeen belang, met inbegrip van een rechtmatig belang van een derde partij. Daarnaast kan de lex silencio positivo naar zijn aard niet toepasbaar zijn op een vergunning in de zin van de Dienstenrichtlijn, omdat door het desbetreffende bestuursorgaan geen beslissing op een aanvraag in de zin van de Awb wordt genomen, of omdat de beoogde gevolgen van de vergunningverlening niet stilzwijgend tot stand kunnen worden gebracht, maar feitelijk handelen vergen van het bestuursorgaan. Hierbij valt te denken aan meld- en registratieplichten.
Tweede lid. De conflictregel, ook wel voorrangsregel, is ingesteld om de verhouding tussen verplichtingen op grond van de Dienstenrichtlijn en verplichtingen op grond van andere bindende EU-rechtshandelingen te regelen. Indien toepassing van de Dienstenrichtlijn op een vergunningstelsel strijd oplevert met verplichtingen uit andere bindende EU-rechtshandelingen, gaan de desbetreffende andere verplichtingen voor. Om te voorkomen dat er onduidelijkheid ontstaat over de vraag of de Dienstenrichtlijn geheel of ten dele van toepassing is, is vermelding van de toepassing van de conflictregel in de toelichting aangewezen.
Derde lid. Deze verplichting volgt uit artikel 12 van de Dienstenrichtlijn en ziet op de situatie dat het aantal beschikbare vergunningen voor een activiteit beperkt is door schaarste van de beschikbare natuurlijke hulpbronnen of de bruikbare technische mogelijkheden.