RvdW 2010, 483
Beroep op inkeerbepaling in de zin van art. 69 lid 3 AWR.
HR 30-03-2010, ECLI:NL:PHR:2010:BK6922
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 maart 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J.W. Ilsink, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
07/12138
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BK6922
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Bijzonder strafrecht / Fiscaal strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BK6922, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑03‑2010
ECLI:NL:PHR:2010:BK6922, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑03‑2010
- Wetingang
AWR art. 69 lid 3
Essentie
Voor het antwoord op de vraag of al dan niet met vrucht een beroep op art. 69 lid 3 AWR kan worden gedaan, is niet beslissend of de belastingplichtige — subjectief gezien — ten tijde van de verbetering van een door hem gedane aangifte vermoedde dat ambtenaren van de Belastingdienst op het spoor zouden komen van de onjuistheid of de onvolledigheid van die aangifte, maar of hij — objectief gezien — op dat moment redelijkerwijs moest vermoeden dat die ambtenaren met de onjuistheid of de onvolledigheid van die aangifte bekend waren of bekend zouden worden (vgl. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.