NJ 1952/201
Conventie; reconventie; hoger beroep.
HR 21-03-1952, ECLI:NL:HR:1952:325, m.nt. Mr. D.J. Veegens
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 maart 1952
- Magistraten
Mrs Donner, Hijink, Losecaat Vermeer, Smits en de Jong
- Zaaknummer
[21031952/NJ_1952-201]
- Conclusie
Mr. Eggens
- Noot
Mr. D.J. Veegens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS109522:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1952:325, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑03‑1952
- Wetingang
(Rv art. 253.)
Essentie
Conventie; reconventie; hoger beroep.
Samenvatting
Indien een in reconv. ingestelde vordering tot ontbinding van een overeenkomst, waarvan in conv. nakoming wordt geëist, geen andere strekking heeft dan om den eiser in rec. te bevrijden van de verplichting tot betaling van het bedrag, hetwelk in conv, van hem op grond van deze overeenkomst gevorderd wordt, wordt de waarde van elk der beide vorderingen, zowel die in conv. als die in reconv., bepaald door hetzelfde bedrag, namelijk het bedrag, waarop de ene partij jegens den ander een aanspraak doet gelden, welke door den ander — als verweerder in conv. en eiser ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.