Einde inhoudsopgave
Wetboek van Koophandel BES
Artikel 247
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Wetboek van Koophandel, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
14-09-2010, Stb. 2010, 495 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Voor zover zij niet onverenigbaar zijn met de aard van het orderbriefje, zijn daarop toepasselijk de bepalingen over wisselbrieven betreffende:
het endossement (artikelen 189–196);
de vervaldag (artikelen 208–212);
de betaling (artikelen 213–216);
het recht van regres in geval van non-betaling (artikelen 217–226, 228–231);
de betaling bij tussenkomst (artikelen 232, 235–237);
de wisselafschriften (artikel 240);
de vermiste wisselbrieven (artikel 241, eerste lid);
de veranderingen (artikel 242);
de verjaring (artikelen 243 en 244);
de feestdagen, de berekening der termijnen en het verbod van respijtdagen (artikel 245).
2.
Eveneens zijn op het orderbriefje toepasselijk de bepalingen betreffende de wisselbrief, betaalbaar bij een derde of in een andere plaats dan die van het domicilie van de betrokkene (artikelen 182 en 201), de renteclausule (artikel 183), de verschillen in de vermelding met betrekking tot de som, welke moet worden betaald (artikel 184), de gevolgen van het plaatsen van een handtekening onder de omstandigheden bedoeld in artikel 185, eerste lid, die van de handtekening van een persoon, die handelt zonder bevoegdheid of die zijn bevoegdheid overschrijdt (artikel 185, tweede lid), en de wisselbrief in blanco (artikel 187).
3.
Eveneens zijn op het orderbriefje toepasselijk de bepalingen betreffende het aval (artikelen 205–207); indien overeenkomstig hetgeen is bepaald bij artikel 206, laatste lid, het aval niet vermeldt, voor wie het is gegeven, wordt het geacht voor rekening van de ondertekenaar van het orderbriefje te zijn gegeven.