Einde inhoudsopgave
Pensioenwet
Artikel 219 Enquêterecht
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2014
- Bronpublicatie:
10-07-2013, Stb. 2013, 302 (uitgifte: 19-07-2013, kamerstukken: 33182)
- Inwerkingtreding
01-07-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-07-2013, Stb. 2013, 330 (uitgifte: 06-08-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Het verantwoordingsorgaan, het belanghebbendenorgaan of de raad van toezicht kan een verzoek in het kader van het recht van enquête, bedoeld in afdeling 2 van titel 8 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, indienen bij de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam.
2.
De artikelen 346 tot en met 359 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek zijn van overeenkomstige toepassing.
3.
De kosten die verband houden met het indienen van het in het eerste lid bedoelde verzoek komen ten laste van het pensioenfonds indien zij redelijkerwijs noodzakelijk zijn voor de vervulling van de taak van het verantwoordingsorgaan, het belanghebbendenorgaan of de raad van toezicht en het pensioenfonds van de te maken kosten vooraf in kennis is gesteld.