AB 2017/206
Indien de bestuursrechter tot het oordeel komt dat een rechtzoekende misbruik van recht maakt, kan hij om die reden een beroep op betalingsonmacht afwijzen.
ABRvS 12-10-2016, ECLI:NL:RVS:2016:2730, m.nt. R. Stijnen
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
12 oktober 2016
- Magistraten
Mrs. C.J. Borman, G. van der Wiel, B.J. van Ettekoven
- Zaaknummer
201508042/2/A3
- Noot
R. Stijnen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS926534:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2016:2730, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 12‑10‑2016
- Wetingang
Art. 8:41 lid 6 Awb; art. 3:13, 3:15 BW
Essentie
Indien de bestuursrechter tot het oordeel komt dat een rechtzoekende misbruik van recht maakt, kan hij om die reden een beroep op betalingsonmacht afwijzen.
Samenvatting
Het door een rechtzoekende, wiens beroep op betalingsonmacht eenmaal door de bestuursrechter is gehonoreerd, veelvuldig — al dan niet tegelijkertijd of nagenoeg tegelijkertijd — starten van procedures waarin telkens een beroep op betalingsonmacht wordt gedaan, kan de bestuursrechter onder omstandigheden eveneens tot de slotsom leiden dat sprake is van misbruik van recht. Bij de beoordeling of zich misbruik van recht voordoet, als hiervoor bedoeld, is onder meer van belang het aantal procedures dat de rechtzoekende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.