Wijzigingswet Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, enz. (introductie gecombineerde geslachtsnaam)
Artikel IIIB [Overgangsrecht kinderen geboren na 1 januari 2016]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
24-03-2023, Stb. 2023, 116 (uitgifte: 13-04-2023, kamerstukken: 35990)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-09-2023, Stb. 2023, 316 (uitgifte: 29-09-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Personenrecht
1.
Tot en met een jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wet kunnen kinderen van dezelfde ouders de geslachtsnaam van beide ouders in een door hen te bepalen volgorde verkrijgen, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- a.
de ouders verklaren gezamenlijk dat de kinderen een geslachtsnaam behoren te krijgen die bestaat uit een combinatie van de geslachtsnamen van beide ouders in een door hen eensluidend gekozen volgorde;
- b.
het oudste kind dat in familierechtelijke betrekking tot beide ouders staat, is geboren op of na 1 januari 2016 en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet;
- c.
de verklaring betreft alle kinderen van dezelfde ouders.
2.
Tot en met een jaar na de datum van inwerkingtreding van deze wet kunnen kinderen die op of na 1 januari 2016 en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet zijn geboren en van wie de rechter voor de datum van inwerkingtreding van deze wet de adoptie heeft uitgesproken, de oorspronkelijke geslachtsnaam, de geslachtsnaam van beide adoptanten of van één van hen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde verkrijgen indien beide adoptanten hiertoe een gezamenlijke verklaring afleggen. De eerste zin is van overeenkomstige toepassing in geval van adoptie door de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van een ouder, met dien verstande dat de gezamenlijke verklaring de keuze voor de geslachtsnaam van die ouder en de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel of van één van hen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde kan betreffen.
3.
Een gemeenschappelijke verklaring als bedoeld in het eerste lid onder a, kan worden afgelegd ten overstaan van iedere ambtenaar van de burgerlijke stand. Van deze verklaring maakt de ambtenaar van de burgerlijke stand een akte van naamskeuze op.
4.
De vorige leden zijn van overeenkomstige toepassing indien een ouder en zijn echtgenoot of geregistreerde partner die niet de ouder is, van rechtswege het gezag als bedoeld in artikel 253sa van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek over het kind uitoefenen.