NJB 2022/1195:Gezag van gewijsde. In een eerder geding is verzocht om ontslag van een persoon als stichtingsvoorzitter. In dat geding heeft de rechtbank het verzoek afgewezen op grond van haar oordeel dat een reeds voordien gegeven ontslag rechtsgeldig was. De beschikking is in kracht van gewijsde gegaan. In dit geding stelt de ontslagen persoon vorderingen in op grond van zijn stelling dat het ontslag niet rechtsgeldig was. Komt gezag van gewijsde toe aan het in het eerdere geding gegeven oordeel? Hoge Raad: Indien een vordering of verzoek is afgewezen en deze afwijzing berust op een voor de gedaagde of verweerder nadelige beslissing over de rechtsbetrekking in geschil, krijgt die beslissing bij het in kracht van gewijsde gaan van de uitspraak gezag van gewijsde. Dit brengt mee dat de gedaagde of verweerder voldoende belang kan hebben bij een rechtsmiddel tegen die uitspraak, ook al strekt het dictum tot afwijzing van de vordering of het verzoek van de wederpartij.