NJFS 2019/149
Voor uitvoer goederen naar Iran zonder vergunning is nodig dat de goederen feitelijk de grens van het douanegebied overschrijden.
Rb. Amsterdam 20-02-2019, ECLI:NL:RBAMS:2019:1081
- Instantie
Rechtbank Amsterdam
- Datum
20 februari 2019
- Magistraten
Mrs. G.H. Marcus, N.J. Koene, J. Huber
- Zaaknummer
13/993680-18 (Promis)
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Douane (V)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBAMS:2019:1081, Uitspraak, Rechtbank Amsterdam, 20‑02‑2019
- Wetingang
Art. 5:1 Algemene douanewet; art. 158, 172, 269 Douanewetboek van de Unie; Sanctieregeling Iran 2012; EU-Verordening 267/2012
Essentie
Economisch strafrecht. Voor uitvoer in de zin van het Douanewetboek van de Unie (DWU) is het nodig dat de goederen feitelijk de grens van het douanegebied overschrijden. Op het moment van douaneaangifte vallen de goederen weliswaar onder toezicht van de douane, maar daarmee is geen sprake van een voltooide export. In casu volgt vrijspraak ter zake van het uitvoeren van afsluitringen naar Iran zonder de vereiste vergunning.
Partij(en)
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige economische strafkamer, in de strafzaak tegen [verdachte].
Uitspraak
Rechtbank:
1. Onderzoek ter terechtzitting
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.