NJ 1962/78
Kennelijk onredelijk ontslag.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
1 december 1961
- Magistraten
Mrs. Smits, de Jong, Wiarda, Houwing en Petit
- Zaaknummer
[01121961/NJ_1962-78]
- Conclusie
Mr. Langemeijer
- Folio weergave
- JCDI
JCDI:ADS167618:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1961:161, Uitspraak, Hoge Raad, 01‑12‑1961
- Wetingang
(BW art. 1639s.)
Essentie
Kennelijk onredelijk ontslag.
Samenvatting
De Rb. heeft het aan verweerster verleende ontslag kennelijk-onredelijk geoordeeld, niet omdat eiseres de dienstbetrekking met verweerster heeft doen eindigen, maar omdat zij in de wijze waarop zij de dienstbetrekking heeft doen eindigen, onvoldoende rekening heeft gehouden met de belangen van verweerster. Daarbij heeft de Rb. o.m. in aanmerking genomen, dat verweerster haar functie gedurende de eerste zes jaren van de dienstbetrekking tot tevredenheid van eiseres had vervuld en dat moeilijkheden en onvoldoende samenwerking met een andere werkneemster eerst waren ontstaan nadat eiseres wijzigingen in het beleid van haar atelier had aangebracht. De gedachtengang der ...