Einde inhoudsopgave
Besluit rechtspositie rechterlijke ambtenaren
Artikel 37
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2010
- Bronpublicatie:
01-06-2010, Stb. 2010, 210 (uitgifte: 15-06-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2010, Stb. 2010, 225 (uitgifte: 22-06-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
De functionele autoriteit besteedt aan de wijze waarop de niet voor het leven benoemde rechterlijk ambtenaar zijn ambt vervult regelmatig aandacht door middel van het houden van functioneringsgesprekken of het opmaken van beoordelingen, dan wel van beide.
2.
Een beoordeling wordt in elk geval opgemaakt wanneer de functionele autoriteit dit wenselijk acht en de rechterlijk ambtenaar hierom verzoekt.
3.
Alvorens een beoordeling wordt vastgesteld bespreekt de functionele autoriteit deze met de rechterlijk ambtenaar en wordt de rechterlijk ambtenaar de gelegenheid geboden zijn zienswijze daaromtrent kenbaar te maken. Van deze zienswijze wordt melding gemaakt op de beoordeling.
4.
Van een functioneringsgesprek maakt de functionele autoriteit een schriftelijk verslag op. De rechterlijk ambtenaar wordt door de functionele autoriteit in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze omtrent dit verslag kenbaar te maken. Van deze zienswijze wordt melding gemaakt in het verslag.
5.
Onze Minister kan nadere regels stellen omtrent het opmaken en vaststellen van beoordelingen.