Einde inhoudsopgave
Wet politiegegevens
Artikel 9 (onderzoek in verband met de handhaving van de rechtsorde in een bepaald geval)
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2008
- Bronpublicatie:
21-07-2007, Stb. 2007, 300 (uitgifte: 04-09-2007, kamerstukken: 30327)
- Inwerkingtreding
01-01-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2007, Stb. 2007, 549 (uitgifte: 01-01-2007, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Politierecht / Algemeen
Informatierecht / ICT-recht
Openbare orde en veiligheid / Algemeen
1.
Politiegegevens kunnen gericht worden verwerkt ten behoeve van een onderzoek met het oog op de handhaving van de rechtsorde in een bepaald geval.
2.
Het doel van het onderzoek wordt binnen een week, nadat is begonnen met de verwerking, bedoeld in het eerste lid, schriftelijk vastgelegd.
3.
Politiegegevens die worden verwerkt overeenkomstig het eerste lid, kunnen, na instemming van een daartoe bevoegde functionaris, ter beschikking worden gesteld voor verdere verwerking voor zover dat noodzakelijk is voor een ander onderzoek als bedoeld in het eerste lid, de verwerking, bedoeld in de artikelen 10 en 12, of de uitvoering van de dagelijkse politietaak, bedoeld in artikel 8.
4.
De politiegegevens die zijn verwerkt op grond van het eerste lid en niet langer noodzakelijk zijn voor het doel van het onderzoek, worden verwijderd, of gedurende een periode van maximaal een half jaar verwerkt teneinde te bezien of zij aanleiding geven tot een nieuw onderzoek als bedoeld in het eerste lid of een nieuwe verwerking als bedoeld in artikel 10, en na verloop van deze termijn verwijderd.