V-N 2018/20.3
Vermogensrendementsheffing in concreet geval strijdig met art. 1 EP EVRM
HR 06-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:511, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 april 2018
- Magistraten
De Groot, Fierstra, Wortel, Beukers-van Dooren, Cools
- Zaaknummer
17/01852
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS928699:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Mensenrechten
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:511, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:1397, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 15‑12‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 15‑12‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑05‑2017
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad beslist dat de wijze van het berekenen van het inkomen uit sparen en beleggen voor X tot een individuele en buitensporige last leidt. Het hof had het rechtsherstel echter schattenderwijs moeten bepalen.
Samenvatting
X bezit op 1 januari 2013 beursgenoteerde aandelen A nv ter waarde van € 275.434. Zijn totale rendementsgrondslag bedroeg op waardepeildatum 1 januari 2013 € 281.938. In januari 2013 verkoopt X al zijn aandelen A nv. Op 31 januari 2013 koopt X aandelen SNS Reaal voor een totaalbedrag van € 290.955. Op 1 februari 2013 zijn die aandelen onteigend, zonder dat X een schadeloosstelling ontvangt. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.