JOW 2015/6
redelijke termijn, voordeelsberekening/ontnemingsbedrag, matiging, compensatie
HR 11-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:296
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 februari 2014
- Magistraten
Van Dorst, Groos, Van den Brink
- Zaaknummer
12/03409
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Internationaal belastingrecht / Algemeen
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:296, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:39, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 18‑01‑2013
- Wetingang
Essentie
Oordeel van het hof dat het karakter van de ontnemingsmaatregel zich moeilijk verhoudt met het matigen van de betalingsverplichting geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting
Samenvatting
Het middel klaagt over het oordeel van het hof dat geen rechtsgevolg behoeft te worden verbonden aan de vaststelling dat tijdens de behandeling van de zaak in eerste aanleg de redelijke termijn als bedoeld in art. 6, eerste lid, EVRM is overschreden.
Het hof oordeelt dat de overschrijding van de redelijke termijn slechts leidt tot constatering daarvan, niet tot matiging van de betalingsverplichting. Het hof overweegt daartoe dat het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.