FED 2014/25
Van een belastingplichtige mag in het kader van art. 16 lid 2 onderdeel c AWR, niet worden geëist dat deze de juistheid van de belastingaanslag dient te beoordelen
HR 10-01-2014, ECLI:NL:HR:2014:8, m.nt. G. Groenewegen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
10 januari 2014
- Magistraten
Feteris, Schaap, Van Loon, Fierstra, Groeneveld
- Zaaknummer
12/04979
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
G. Groenewegen
- JCDI
JCDI:ADS273673:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van lagere overheden (V)
Fiscaal bestuursrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:8, Uitspraak, Hoge Raad, 10‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑10‑2012
- Wetingang
Art. 16 AWR
Essentie
Van een belastingplichtige mag in het kader van art. 16 lid 2 onderdeel c AWR, niet worden geëist dat deze de juistheid van de belastingaanslag dient te beoordelen
Samenvatting
Van een belastingplichtige mag in het kader van art. 16 lid 2 onderdeel c AWR, niet worden geëist dat deze de juistheid van de belastingaanslag dient te beoordelen. De enkele vermelding van het bedrag aan belasting leidde niet tot de conclusie dat dit bedrag onjuist was en raadpleging van andere informatie was in die situatie niet opportuun.
Uitspraak
Het geschil betreft de naheffingsaanslag rioolheffing 2010 (gemeente ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.