AB 2020/319
Privaatrechtelijk verhaal van extra kosten van controle en correctie van belastingaangiften en van invordering van aanslagen vormt onaanvaardbare doorkruising van de publiekrechtelijke regeling van de belastingheffing.
HR 15-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:890, m.nt. G.A. van der Veen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 mei 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/00374
- Noot
G.A. van der Veen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS229500:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:890, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:47, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 10‑01‑2020
- Wetingang
Art. 6:162 BW; art. 5:1 Awb; art. 67d e.v., art. 69 AWR
Essentie
Privaatrechtelijk kostenverhaal. Onaanvaardbare doorkruising van publiekrechtelijke regeling van belastingheffing.
Samenvatting
De overheid kan voor de kosten die zij maakt bij de uitvoering van haar publieke taak verhaal nemen op privaatrechtelijke grondslag, zoals onrechtmatige daad of ongerechtvaardigde verrijking, ook als de uitvoering van die taak geheel of ten dele publiekrechtelijk is geregeld. Dat is anders als de wet verhaal op die grondslag uitsluit dan wel de publiekrechtelijke regeling door verhaal op die grondslag onaanvaardbaar zou worden doorkruist. Als blijkens de publiekrechtelijke regeling verhaal van kosten langs publiekrechtelijke weg is uitgesloten, vormt dat een belangrijke aanwijzing dat verhaal van kosten ook ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.