Einde inhoudsopgave
Wet milieubeheer
Artikel 2.2 [Taken emissieautoriteit]
Geldend
Geldend vanaf 30-03-2024
- Bronpublicatie:
28-02-2024, Stb. 2024, 65 (uitgifte: 22-03-2024, kamerstukken: 36407)
- Inwerkingtreding
30-03-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
26-03-2024, Stb. 2024, 76 (uitgifte: 29-03-2024, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
Staatsrecht / Bestuur
1.
De emissieautoriteit heeft de in de Verordening monitoring en rapportage emissiehandel, de Verordening verificatie en accreditatie emissiehandel, de Verordening monitoring, rapportage en verificatie van broeikasgasemissies door maritiem vervoer, met uitzondering van artikel 20, derde, vierde en vijfde lid, van die verordening, en de in de hoofdstukken 16, 16a, 16b, 16c en 18 en de titels 9.7 en 9.8 opgedragen taken. De emissieautoriteit is voorts de bevoegde autoriteit, bedoeld in artikel 3, onderdeel 13, van de Verordening koolstofcorrectie aan de grens.
2.
De emissieautoriteit heeft voorts tot taak:
- a.
het bijhouden van gegevens en het opstellen van rapportages met betrekking tot de naleving door Nederland van een voor Nederland verbindend verdrag of een voor Nederland verbindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie, dat de beperking van de emissies van broeikasgassen in de lucht tot doel heeft;
- b.
het verzamelen van gegevens over technieken ter bepaling van de emissies van broeikasgassen waarop titel 16.2 en hoofdstuk 16a, en hoofdstuk 16b van toepassing is;
- c.
het verzamelen van andere gegevens die met het oog op de uitoefening van haar taken van belang zijn;
- d.
het rapporteren aan Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat en aan andere bij algemene maatregel van bestuur aangewezen instanties over de ontwikkeling van de onder a bedoelde emissies in Nederland alsmede over de overige aspecten van duurzaamheid van in Nederland te gebruiken brandstoffen en elektriciteit ten behoeve van vervoer;
- e.
de uitvoering van gedelegeerde handelingen en uitvoeringshandelingen die de Europese Commissie op grond van artikel 10bis, eerste en eenentwintigste lid, onderscheidenlijk artikel 28 quater van de EG-richtlijn handel in broeikasgasemissierechten heeft vastgesteld.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur kan de emissieautoriteit, voorzover die taken niet de uitoefening van openbaar gezag inhouden, worden belast met andere taken dan in het eerste of tweede lid bedoeld, in het bijzonder taken betreffende de uitvoering door Nederland van een voor Nederland verbindend verdrag of een voor Nederland verbindend besluit van een volkenrechtelijke organisatie, dat de beperking van de emissies van broeikasgassen in de lucht tot doel heeft.
4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen ten aanzien van de inhoud van de taken van de emissieautoriteit nadere regels worden gesteld.
5.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen, voor zover dat noodzakelijk is voor een effectieve en efficiënte uitvoering van de Verordening koolstofcorrectie aan de grens en in afwijking in zoverre van het bepaalde in het eerste lid, de taken en bevoegdheden van de bevoegde autoriteit die voortvloeien uit artikel 17 van die verordening worden toegewezen aan een andere uitvoeringsorganisatie van het Rijk.