Einde inhoudsopgave
Wet op de economische delicten
Artikel 36 [Transactie]
Geldend
Geldend vanaf 01-02-2008
- Bronpublicatie:
07-07-2006, Stb. 2006, 330 (uitgifte: 18-07-2006, kamerstukken: 29849)
- Inwerkingtreding
01-02-2008
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2007, Stb. 2008, 4 (uitgifte: 01-01-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Sancties
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
1.
Bij toepassing van artikel 257a van het Wetboek van Strafvordering kan tevens de aanwijzing worden gegeven dat wordt verricht hetgeen wederrechtelijk is nagelaten, tenietgedaan hetgeen wederrechtelijk is verricht en dat prestaties tot het goedmaken van een en ander worden verricht, alles op kosten van de verdachte, voor zover niet anders wordt bepaald.
2.
Indien de verdachte een rechtspersoon is, behoeft deze, in afwijking van artikel 257c, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, slechts onder bijstand van een raadsman te worden gehoord als de strafbeschikking betalingsverplichtingen uit hoofde van geldboete en schadevergoedingsmaatregel bevat welke afzonderlijk of gezamenlijk meer belopen dan € 10 000.